Als je groot bent, herinner je je onze eerste ontmoeting misschien niet meer zo goed. Daarom schrijf ik je deze brief. Om te bewaren en te herlezen zoveel je wil.
E van de dienst voor pleegzorg laat via een collega weten dat ze niet komt. Andere kindjes hebben haar dringend nodig. L, die ons regelmatig zal bezoeken als je bij ons woont, kan er ook niet bij zijn. Ze heeft vakantie. Ook Elke, je toekomstige pleegzus, is er niet bij. Zij is met haar papa in Londen.
We staan er dus alleen voor. We melden ons aan in het CKG. De vriendelijke dame van het onthaal wijst de wachtruimte en wenst ons veel succes. In de gang treffen we de directrice en de coördinatrice van je leefgroep. Ze herkennen ons meteen, want ze hebben je boekje gelezen. Ze vertellen dat het boekje al bijna stuk is omdat je er zoveel in bladert.
De stoelen in de wachtruimte zien er gemakkelijk uit. Toch gaan we niet zitten, zo nerveus zijn we. Van ver zien we je aankomen. Samen met je CKG-begeleidster Silke stap je moedig door de regen. Oh, Indi, wat ben je klein!
Met nieuwsgierige donkere amandelvormige ogen kijk je ons aan. Je verstopt iets onder je trui. Trots haal je je boekje te voorschijn. Het is niet nat geworden. Dan is het mijn beurt om te laten zien wat ik achter mijn rug verstop: een rugzakje met daarin een bellenblazer. Helemaal voor jou alleen. Je naam staat netjes op de binnenkant geschreven.
Je stopt je boekje in de rugzak en dan is het tijd om opnieuw door de regen te stappen naar je leefruimte. Jij toont de weg. In looppas. Wij volgen traag, want een kleine blonde jongen wil graag weten of wij het brandalarm hebben gehoord, dat een half uur geleden afging. Neen, toen waren wij nog onderweg met de wagen. De jongen vraagt nog waarom we op bezoek komen bij Indi, maar dat zullen we een andere keer uitleggen, want jij bent intussen al naar binnen gerend.
We gaan in een bureeltje zitten. Je nestelt je op de schoot van Silke. Ze vertelt dat je op school een vriendinnetje hebt, bij wie je regelmatig gaat logeren. Sien. Ze vraagt of je van ons de kans gaat krijgen om contact met Sien te houden. 'Graag!' zeggen we en we vertellen over het stapelbed op je kamer, waar Sien een plekje krijgt in het bovenste of het onderste bed, naar keuze. Je knikt ernstig. Je lijkt al na te denken hoe je de verdeling gaat regelen.
Dan heeft Silke het over de timing. Omdat je al heel lang in het CKG verblijft, heb je de tijd nodig om aan de pleegzorgplaatsing te wennen. Ze stelt voor dat je bij ons komt wonen in de herfstvakantie. Intussen kunnen we elkaar wekelijks zien en regelmatig bellen, want dat doe je heel graag.
We praten verder over lievelingseten, -speelgoed, -kleuren. Frietjes, curryworst en ketchup zijn momenteel je favorieten. En ook een beetje 'miejeneis'. Je fietst al op twee wielen en je zwemt graag. Je doet het relaas van de trampoline, die stuk is gegaan omdat er teveel kinderen tegelijk op sprongen. Je legt ons met veel gebaren en weinig woorden uit hoe een vrachtwagen zand heeft geleverd voor het bijvullen van de zandbak.
'Mogen ze je kamer zien?' vraagt Silke. Je veert recht en rent het kantoor uit, de trap op. Omdat je een snelle rakker bent, slaan de automatische deuren steeds voor onze neus dicht. Aan het eind van een lange gang zie ik je silhouet verdwijnen in de laatste kamer. Je haalt er alles te voorschijn wat je bezit. Tekeningen en knutselwerken van school. Speelgoed. Boekjes. Foto's van Sien en van jou. Je sloefen. Je luierbroekjes voor 's nachts. Je tandenborstel.
We gaan opnieuw in het bureeltje zitten. Silke zegt dat je mama en papa al lang niet meer zijn langs geweest. Ik vraag of je een foto van hen hebt. Je rent weg en komt terug met een foto van jezelf, ingekaderd in karton en geschilderd in mooie kleuren. Een afdruk van je hand in rode verf. De tekst 'voor mijn liefste moeder'. Je maakte dit fraaie knutselwerk op school, met moederdag in mei. Het wacht op de kast in de leefruimte tot mama op bezoek komt.
Dan mogen we de leefruimte zien. We maken kennis met de andere kinderen en met de begeleiders. Je toont je zitplaats aan de tafel en legt de werking uit van een ballenbaan. 'Zo en zo moet dat, maar de bal is kwijt'.
Met een balpen maak je een tekening op het schrijfpapier van Silke. Je scheurt het blad slordig af en overhandigt het aan mij. Hoera, een eerste trofee!
En nog één, samen met mijn man. Een boot, water, een vis en een haai.
Dan maak je een nieuwe tekening.
En nog één, samen met mijn man. Een boot, water, een vis en een haai.
We plannen ons volgende bezoek. Op zaterdag 27 augustus om 14.00 uur komen we bij je spelen. Elke, je pleegzus, komt dan mee. Dit weekend ga je twee nachten slapen bij Sien. Na het weekend zal je ons bellen om te vertellen hoe het daar was.
Als we vertrekken, neem je Silke's hand vast. Je wil mee tot aan de voordeur. Onderweg toon je ons nog even hoe goed je kan steppen. We stellen voor dat je aan de voordeur wacht tot we voorbijrijden in onze wagen. In het deurgat staat Silke met jou in haar armen. Je zwaait heftig.
We zoeken een Indisch restaurant op en eten Chicken Tandoori en Chicken Tikka Masala. We zijn stil. Moe. Ik kijk nog even naar het extra journaal met de beelden van de ravage op Pukkelpop. Dan ga ik naar bed. Ik droom. Van jou. We wonen samen in het CKG en slapen met zijn allen in een immens groot bed.
Ik hoor je gauw!
Liefs
Dine
Oooh, ik zie het zo voor me, dat ukje die jullie toelaat in zijn kleine wereld, wachtend tot hij in jullie grote wereld kan.
BeantwoordenVerwijderenZo mooi! Ik kreeg er zowaar kippenvel van. Dat hij een tekeningetje maakte en het aan jou gaf. Hartveroverend. Jullie zullen het zeker geweldig doen. Hem bedelven met kilo's liefde. Dat mag ook wel in deze harde, kille wereld. xxx
BeantwoordenVerwijderen